Op een naamloos feestje deel 3
‘Dit is een bondagerek,’ antwoordt DC. Je staart hem aan. Hij kijkt terug. Onbewogen. Het amuseert hem dat je het niet weet. Zijn hand glijdt liefkozend langs een verticale zijde omlaag terwijl hij rustig over de mogelijkheden vertelt. Dat de stelling toelaat om met genoeg touw een mooi vlechtwerk te kunnen vormen. Een stevig spinnenweb dat een sub mooi op haar plaats houdt.
Je luistert maar half omdat DC je daarbij doordringend aankijkt. Wat suggereert hij met die uitleg?Merkt hij niet wat voor effect het op je heeft? En wat wil jij? Onwillekeurig zet je een stapje terug. Je slaat je ogen neer.
Hij merkt het en vraagt of er iets is. Je schudt van nee. Je doet alsof je aandacht hebt voor de constructie. Als hij een stap naar je toe zet verplaats je je aandacht naar het tafeltje in de hoek van de kamer. Er liggen een heel aantal dingen op. Je probeert er zo ontspannen mogelijk naartoe te gaan. Zijn ogen branden in je rug.
Er liggen BDSM-spullen op de tafel. Twee kleine floggers en een wat grotere paardrijzweep. Vier kaarsen. Een doosje lucifers. Een in een achtvorm opgerold touw.. Een handjevol plastieken wasknijpers. Twee kleine flesjes schoonmaakproduct. Een keukenrol. En een paar polsboeien van een gladde zwarte stof met een rood omhulsel, door een musketon tot één gemaakt. Nieuwsgierig voel je aan de boeien. Het materiaal is verrassend zacht.
Achter je hoor je DC zeggen dat dit openbare spullen zijn. Ze mogen door iedereen gebruikt worden zolang ze maar na gebruik schoongemaakt worden. Terwijl hij nog een stap dichterbij komt vraagt hij of je het mooie boeien vindt.
Je trekt je hand snel terug en mompelt dat je alleen maar even wilde voelen. Je voelt je in het nauw gedreven. Waarom leek het ook alweer een goed idee hier te komen kijken? Voorzichtig schuifel je wat in de richting van de uitgang. DC merkt het pas als hij het rijzweepje heeft opgepakt. Opnieuw vraagt hij of er iets is. Zijn vale glimlach lijkt helemaal anders nu hij een zweep in beide handen weegt. Zijn schouders lijken nog breder.
Met jezelf worstelend om je gevoelens niet te verraden zeg je zo effen mogelijk dat je alleen maar even naar het toilet moet.
Een kwartier later zit je nog steeds op het toilet. Je bent kwaad op jezelf. Kwaad op de tegenstrijdige gevoelens die door je heen razen. Je hebt geen idee wat je moet aanvangen. En wat moet DC nu van jou denken? Hij gaf alleen maar een rondleiding, en jij…jij…
Je breekt de gedachte af. Je wil er niet aan denken. Die boeien hadden aangenaam zacht aangevoeld. Je kan het niet helpen je af te vragen…maar dat kan je toch niet? Dat wil je toch helemaal niet?
DC vindt je vast een preutse trut. Gaat hij zich niet schuldig voelen omdat zijn rondleiding zo’n impact op je heeft? En zou hij beledigd zijn als je hem zou durven vragen…?
Nee! Nee! Nee!
Je wilt toch het liefst naar huis gaan. Je onder een dikke laag dekens verstoppen, in slaap vallen en nooit meer wakker worden. Je bent op het feestje geweest EN je hebt de speelkamer gezien. Wat wil je nog meer?
Je probeert niet te denken aan wat je nog zou willen. Bovendien…je weet helemaal niet dat DC dat wel wil. Het is toch niet omdat jij wel iets in hem ziet dat hij ook in jou geïnteresseerd zou zijn?
Er komt iemand de toiletruimte in. Je houdt je stil. Je wil niet dat mensen je zo zouden zien. Aan de tikkende voetstappen hoor je dat het een vrouw is.
Er wordt aan de deur gevoeld. Dan wordt er geklopt. Nienke vraagt of jij het bent. Je geeft geen antwoord. Je wil haar niet spreken.
De stilte blijft geladen hangen. De voetstappen bewegen zich niet. Wat er nog overbleef van je moed zinkt je in de schoenen.
‘Is er iets gebeurd?’ vraagt ze.
Je schrikt van haar toon. Die is bezorgd. Plotseling besef je dat jouw afwezigheid op het feest ook anders uitgelegd kan worden.
Snel antwoord je dat het niets ernstigs is.
Opnieuw blijft het stil.
Dan noemt ze jouw naam. Ze vraagt of je alsjeblieft naar buiten wil komen. Ze praat niet graag tegen een toilethokje.
Je neemt een besluit. Vroeg of laat moet je toch naar buiten komen. Je staat op, haalt het slot weg en opent de deur. Je durft niet opkijken van de vloer. Nienke – “melody” – is nog steeds in haar sexy-maar-niet-vulgaire outfitje.
‘Wat is er aan de hand?’ vraagt ze meelevend.
Je schudt je hoofd. Er zit een krop in je keel.
‘DC zei dat je bang was weggelopen maar dat hij je niet aangeraakt heeft,’ zegt ze op ernstige toon. ‘Is dat zo?’
Je knikt langzaam. Dan hervind je, beetje bij beetje, je stem. Op de een of andere manier slaag je erin om je gevoelens onder woorden te brengen. Hoe dichtbij het allemaal leek te komen. En – maar dat mag ze onder geen beding doorvertellen – hoe het je had aangetrokken.
Tot je verbazing knikt ze. Ze zegt heel goed te herkennen wat je doormaakt. In het begin lijkt alles heel erg intens. Zeker als je in je eentje op een feestje bent.
‘Dat zou ik nooit gedurfd hebben,’ vertrouwt ze je toe.
Door Nienke’s medeleven voel je je een stuk beter. Je laat zelfs toe dat ze je even bij de hand neemt. Dan vraagt ze of je met haar mee wil naar de bar. Dat, zeg je opgelucht, is je best.
Daar is het intussen een stuk drukker bevolkt, maar Barry en DC zijn niet aanwezig. Ze zullen wel in de speelruimte zijn. Nienke vraagt of je het aan kan om daar opnieuw een kijkje te gaan nemen. Ze zal je niet alleen laten. Haar hand geeft een bemoedigend kneepje in de jouwe.
Je voelt je wat in verlegenheid gebracht. Zo erg was het nu toch ook weer niet. De speelkamer is gewoon een kamer. Eentje met wat vreemde attributen in, maar toch…
Terwijl ze je voorgaat voel je je pas herwonnen zelfzekerheid afnemen. Tegelijk voel je weer die vreemde opwinding. Alsof je aanschuift bij een achtbaan waar je eigenlijk niet in durft. Half opgelaten laat je je door Nienke leiden, de trap op en het gangetje door. Van in de kamer klinkt een zacht gezoem. Het dringt niet echt tot je door.
Dan sta je in de deuropening. En je verstijft.
Er hangt iemand in de bondagestelling.
Een vrouw.
Een volledig naakte vrouw.
Haar bezwete lichaam lijkt te glimmen in het licht van de kamer.
Haar handen hangen in boeien boven haar hoofd aan de dwarsbalk.
Ze draagt een zwarte blinddoek.
Haar gezicht is gespannen, haar kaken op elkaar.
Haar benen zijn gespreid.
Touwen lopen van haar enkels naar de zijbalken.
Je kan niet zien of haar tenen de grond raken.
Er staat iemand in de weg.
Iemand die vlak voor haar staat en heel geconcentreerd met haar bezig is.
Iemand met brede schouders en zwart haar in een kort staartje achterop zijn nek.
DC.
Met zijn ene hand houdt hij de bron van het zachte gezoem tegen de onderbuik van de vrouw.
Met de ander drukt hij het licht spartelende lichaam van de vrouw tegen zich aan.
Je hoort de opwinding in haar gierende ademhaling.
Geef een antwoord